GeolinQ
Support Portal

Definitie van terreinhoogte

Een meting van terreinhoogte heeft minimaal een x-coördinaat, een y-coördinaat en een hoogte. In Nederland wordt de terreinhoogte vastgelegd in de grootheid meters t.o.v. NAP. Om de grootheid eenduidig vast te leggen, kent GeolinQ het concept van grootheden. Navigeer naar de databron "AHN" en open het tabblad Grootheden. Klik op Toevoegen grootheid. De dialoog om een grootheid toe te voegen wordt geopend. Maak een grootheid met de naam "Hoogte(m) t.o.v. NAP" en vul 0 als minimum waarde en 30 als maximum waarde in. Selecteer "GlFloatAttribute" als attribuut type. Sla de grootheid op. Nu opent de dialoog om een kleurenschaal voor de grootheid toe te voegen. Dit is een absolute kleurenschaal waarbij hoogte intervallen gekoppeld worden aan een kleur. De hoogte intervallen van het in te lezen bestand gaat van 0 tot 30 meter. Voer de volgende kleurenschaal met de naam "Hoogte" in en sla de kleurenschaal op.

AHN kleurenschaal

Navigeer naar de databron "AHN" en open het tabblad Klasse Definities en klik Toevoegen Klasse Definitie om een klasse definitie voor terreinhoogte toe te voegen. De naam van de klasse is "Terreinhoogte". Selecteer GlPoint uit de keuzelijst als bovenliggende klasse. Een GlPoint klasse heeft per definitie een x-coördinaat en een y-coördinaat. Vink Abstracte klasse uit en sla de klasse definitie op. Klik vervolgens Toevoegen Attribuut om het hoogte attribuut toe te voegen. De naam van het attribuut is "Hoogte". Kies GlFloatAttribute als attribuuttype uit keuzelijst. Het attribuut is verplicht. Selecteer "Hoogte (m) t.o.v. NAP" als grootheid uit de keuzelijst. De minimum en maximum waarde worden van de grootheid overgenomen. Dit leidt uiteindelijk tot de volgende attribuut definitie:

AHN punt attribuut